De Romeinen gebruikten allerlei letters om cijfers te maken.
Zeven was bijvoorbeeld VII.
Om zo te tellen moet je goed kunnen rekenen: geen wonder dat de Romeinen vaak een telraam gebruikten.
I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Stonden er meerdere letters achter elkaar, dan moest je ze optellen.
Zeven was bijvoorbeeld VII.
Om zo te tellen moet je goed kunnen rekenen: geen wonder dat de Romeinen vaak een telraam gebruikten.
I = 1
V = 5
X = 10
L = 50
C = 100
D = 500
M = 1000
Stonden er meerdere letters achter elkaar, dan moest je ze optellen.
XV = X + V = 10 + 5 = 15
Als er een kleiner getal voor werd geplaatst, bijvoorbeeld bij
IV, dan wist men dat het voorste getal van het volgende moest
worden afgehaald.
Pas op! Enkel van het getal er vlak na afhalen
Als er een kleiner getal voor werd geplaatst, bijvoorbeeld bij
IV, dan wist men dat het voorste getal van het volgende moest
worden afgehaald.
Pas op! Enkel van het getal er vlak na afhalen
IV = V – I = 5 – 1 = 4
XLV = (L – X) + V = (50 – 10) + 5 = 45
XLV = (L – X) + V = (50 – 10) + 5 = 45
Geen opmerkingen:
Een reactie posten